Zaterdag zeventien februari tweeduizendenvier. De antieke klok die de monotone muur minder kleurloos maakt, geeft door middel van haar licht verroeste wijzers aan dat Jack Devlon nog slechts zes minuten tijd heeft om te beslissen over leven en dood. Bedrukt legt hij zijn smartphone neer op het zeer kleurrijke mahoniehouten kastje dat totaal niet past bij de rest van het sobere interieur. Onbewust dwalen zijn ogen af naar één van de vele foto’s van zijn dochter die boven op het kastje staan. Ze was negen jaar oud toen de bewuste foto genomen werd en hoewel ze zich trachtte te verbergen achter een stoere pose kon ze haar glimlach haast niet verborgen houden. Zelden had hij haar zo blij geweten met een cadeau als toen. Stiekem wist ze al weken op voorhand dat ze een fiets ging krijgen van haar ouders, dat kon ze immers opmaken uit de vele vragen die ze haar hadden gesteld, maar dat maakte haar er niet minder gelukkig om. Inmiddels zijn er twee kostbare minuten verstreken. Jack zijn hart gaat als een wildeman tekeer. Nog vier luttele minuten resten hem om de belangrijkste beslissing uit zijn leven te maken. Uitermate gedecideerd tracht hij alle feiten waardoor hij in deze pijnlijke situatie terecht kwam, te ordenen, maar dat blijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan. Beelden uit het verleden flitsen als bliksemstralen door zijn hoofd. Zonder mededogen laten ze daar een hoop frustratie, woede en verdriet achter. Aarzelend grijpt hij naar zijn mobiel. Nog twee minuten! Wachten is geen optie meer en die gedachte maakt hem onpasselijk. Met betraande ogen kijkt Jack weer naar de foto van zijn dochter. Tevergeefs tracht hij troost te vinden in haar kinderlijke onschuld terwijl hij zacht fluistert, ik hou van jou. In de tijd die hem rest kan hij nog één keer diep in- en uit ademen en een laatste keer twijfelen. Zaterdag zeventien februari tweeduizendenvier. De antieke klok kent geen genade en geeft aan dat het tien uur is. Jack heeft alle tijd opgebruikt en er is geen weg maar terug. Het is tijd om te beslissen!